zondag 30 juni 2013

Wat als ... de speelplaats vol geschilderd stond met klant-en-klare spelmogelijkheden?





Creativiteit begint met het stellen
van de vraag en
het loslaten van het antwoord.
(B. Alkemade)





Vakantie ... genieten ... uitblazen ...
toch wil ik jullie deze muzische gedachte niet onthouden ...

Willen kinderen hinkelen?
Geef hen dan een stukje krijt,
 ipv een compleet afgewerkte hinkelbaan!

Het is een gedachte die bij me opkwam, bij het lezen van het boek "De muzische mens" van Jon-Roar Bjorkvold.

Wat als ... de speelplaats vol geschilderd stond met kant-en-klare spelmogelijkheden?

Het oogt altijd mooi natuurlijk als je over zo'n speelplaats loopt maar ontneem je hiermee niet de groeikansen van de kinderen?
Wat leert een kind als zijn eigen getekende hinkelbaan te klein of net veel te groot getekend is? 
Of na een hevige plensbui helemaal opnieuw moet beginnen omdat de lijnen weggespoeld zijn?
Welke evolutie herken je niet van de kromme stuntelige lijnen van de jonge kinderen tot de geometrische figuren van de ouderen?
Kunnen we zo van onze speelplaatsen een paradijs maken?

Muzo ... met een open houding, een schat aan groeikansen en een rijkdom aan zelfsturing en "leren leren".
En is dat nu niet net één van onze doelstellingen?

En dan hoor ik de kritieken al komen ... als ze geen ander spelmogelijkheden zien, blijven ze alleen maar denken aan hun voetbal!
't ja ... de leerkracht doet ertoe (een mooie gedachte uit het handelingsgericht werken) en zal de kinderen heel regelmatig muzo-tamientjes moeten aanreiken!

woensdag 19 juni 2013

Elfje

"Elfjes"

Muzo-prikkel vanuit het lied "Elfje" van K. Bikkembergs
Laat de "elfjes" maar fladderen door de klas.
Wat is een "elfje"? een sprookjesfiguur? Een getal? jaja ... maar ook een dichtvorm!

Hoe zit zo'n "elfje" als gedicht er dan uit?

Dat willen we zelf ook wel eens proberen ... dus aan de slag!
Misschien lukt het wel om een poëzie-poster te ontwerpen  met onze zelfgemaakte elfjes.

Hieronder ook het etiket voor zelfevaluatie ...


Mijn kapoenen hebben er in elk geval van genoten, hieronder hun resultaten:


zaterdag 18 mei 2013

Kindergemeenteraad zet cultuur in onze agenda

Naar jaarlijkse gewoonte wordt er begin schooljaar  een "kindergemeenteraad" gekozen, hierin zetelen ook kinderen van onze school.
Met enige trots merk ik dat ook zij CULTUUR in hun agenda zetten.
Bekijk zeker onderstaande filmpjes ...
én samen (cultuurgangmakers, cultuurfunctionaris en scholen)  maken we er zeker werk van!
Want Dendermonde is toch echt wel een cultuurstad ;-)






woensdag 15 mei 2013

Creatief denken, creatief evalueren, ...


Gisteren de laatste "les" van de opleiding (snif, snif).
Tijdens de feedback-gesprekken maakte Marianne gebruik van de "zes denkhoeden van Bono". Deze techniek kan je eigenlijk ook perfect gebruiken om een muzische les te evalueren.

Vind je de hoeden te omslachtig? Wees dan creatief en zoek andere voorwerpen of werk met kaartjes; 't gaat tenslotte vooral om de kleuren.

Zes denkhoeden

denkhoeden van bonoDe zes denkhoeden van Edward de Bono worden vaak aangeduid als een creatieve techniek. Wij denken hier anders over, het is meer een techniek om je perspectief te verbreden. De hoeden van Bono zijn daarom meer geschikt voor andere fasen van het creatief proces: de probleemanalyse en het convergeren.

Bono methode

Een vergadering met de denkhoeden heeft twee doelen. Enerzijds de deelnemers in staat te stellen zich met één ding tegelijk bezig te houden. Anderzijds maakt de Bono methode het gemakkelijker om over te schakelen naar een andere manier van denken.
De deelnemers aan een bijeenkomst zetten telkens een hoed op van de kleur waarin zij op dat moment wensen te communiceren. Het dragen van de denkhoeden maakt het mogelijk om dingen te denken en te zeggen die we anders nooit kunnen denken en zeggen, zonder ons ego in gevaar te brengen.
De Bono methode met de zes denkhoeden is heel handig om parallel denken te stimuleren. Meerdere perspectieven komen hierdoor sneller op tafel. Dit zal de besluitvorming verbeteren.
DenkhoedRolDenkwijze
ObjectiviteitMaagdelijk wit denken in de vorm van feiten, cijfers en informatie; alles op een rijtje zetten, inventariseren.
EmotioneelEen denker kan de rode hoed opzetten om zijn gevoel te uiten.
PositivoDe kleur van de zon verbeeldt het positief en constructief denken. De gele denker is steeds op zoek naar kansen.
Freewheelen
Uitvinder
Deze hoed staat voor creativiteit en nieuwe ideeën, tja en
dan? Veel mensen vinden out-of-the-box denken lastig. Andere creatieve technieken helpen dan meer.
Advocaat van de duivelDe zwartkijker, de denker met de zwarte hoed vestigt de aandacht op alles wat verkeerd kan gaan, onjuist is of risico's inhoudt. Deze denkhoed komt overeen met negatief brainstormen.
RegisseurOverspanning van het denkproces, de meta hoed. De blauwe denker definieert de problemen en regelt de opeenvolging van de verschillende denktaken; de blauwe hoed vertelt welk proces we doorlopen, evolutie.

Probleemanalyse: wit, rood, geel en blauw

De witte, rode en gele hoed zijn handig om tijdens de probleemanalyse de feiten op tafel te krijgen. Ze helpen het probleem scherper te formuleren. Met de blauwe hoed is het (vervolg)proces verder te organiseren.

Convergeren: rood, zwart en geel

Bij het beoordelen van ideeën is intuïtie een belangrijke raadgever: de rode hoed. De zwarte en gele hoed helpen bij het in kaart brengen van sterke en zwakke punten van een idee tijdens het convergeren.

Voordelen denkhoeden

  • Dingen zeggen zonder risico.
  • Handig om snel in een discussie te schakelen.
  • Maakt meerdere perspectieven zichtbaar.
  • Geeft regels voor het denk- en communicatie proces.
  • Zorgt voor focus tijdens het denken.
  • Verbetering communicatie.
  • Verbetering besluitvorming.

zaterdag 11 mei 2013

Het verhaal van duizend-en-één vertellingskes

Als ik één ding heb overgehouden van de opleiding muzo-coach (wees gerust het zijn er véél meer hoor ;-)
dan is het wel:
de noodzaak van een geïntegreerd aanbod van muzo

Geen lied om het lied; geen dans uit naäperij, geen drama van ik doe voor jij doet na, geen knutselen of techniek om de techniek ...
maar muzo met een diepere betekenis,
muzo als kennismaking met onszelf of één of andere kunstenaar,
muzo als instap of verwerking bij wero,
muzo waarbij wel alle kansen moeten grijpen om ermee aan de slag te gaan,
muzo met een gevoel,
m.a.w. muzo vanuit het hart!

En herinner jij je nog die ene meester, die ene juf die zo boeiend kon vertellen, zo mooi kon voorlezen?
Herinner jij je nog hoe je kon genieten van deze momenten?
Ik, in elk geval zeker wel en als ik daaraan terugdenk ... ZALIG GEWOON!


Ook in mijn klas probeer ik héél vaak voor te lezen, een verhaal, een sprookje, een gedicht, ...



De laatste sessie van Yves gaf me alweer heel wat ideeën:
want wat is er nu mooier dan aan de slag te gaan vanuit het rijke arsenaal van (prenten)boeken en verhalen ...
Muzo vanuit een verhaal

Vanuit fabels, mythen, (stad)ssages, legendes of sprookjes kan je eigenlijk binnen elk domein aan de slag want hoe je het ook draait of keert als je verhalen boeiend vertelt of voorleest dan hangen de kinderen zeker aan je lippen.

Of probeer eens een muzikaal verhaal:
Kies, vooraf een verhaal en ga op zoek naar passende achtergrondmuziek. Daarvoor ga je na welke verschillende stemmingen, sferen, gevoelens, ... in het verhaal voorkomen.
Zoek nu bij elke gevonden sfeer of stemming een passend stukje muziek: klassiek, instrumentaal, zelf gespeeld, ...
Neem overeenkomstig het chronologisch verloop van het verhaal, de muziekfragmenten op.
Laat de fragmenten wat langer duren dan nodig voor het verhaal. Zo komt de muziek meer tot haar recht.
Nu vertel je het verhaal met de achtergrondmuziek. De muziek wordt nog eens beluisterd en de kinderen vertellen fragmentarisch na. De muziekfragmenten kunnen ook in een andere volgorde beluisterd worden. "Wat gebeurde er tijdens dit fragment?"
Het verhaal kan, met behulp van de muziek, ook uitgebeeld worden.

Of maak met de kinderen zelf geluiden bij een verhaal en neem deze geluiden op ...
Je kan het verhaal later ook laten tekenen, uitbeelden, ... en fotograferen en er een digitaal prentenboek van maken met ondersteuning van de geluiden.
Alweer heel wat domeinen die hand-in-hand gaan.
Veel plezier ermee!

Met speciale dank aan Yves Bondue voor de vele tips en ideetjes!


Kijken naar kunst met de vijf brillen van Parsons


DE BRILLEN VAN PARSONS!
De Amerikaan Michael Parsons heeft een studie gemaakt van hoe kinderen op kunst reageren en hij heeft daar conclusies uit getrokken die het onderwijzen over kunst kunnen beïnvloeden.
In 1987 publiceerde hij een boek waarin hij een theorie uiteen zette die hij baseerde op eigen interpretaties van wat hij had waargenomen toen hij kinderen observeerde. 
Parsons zegt dat de mens kunst waarneemt volgens een bepaald verwachtingspatroon. Hij verwacht iets te zien en ziet het dan ook. Parsons zegt ook dat dit waarnemen van kunst zich ontwikkelt (zich kan ontwikkelen). Ongeveer hetzelfde kun je zeggen met betrekking tot alles wat de mens waarneemt. De mens structureert zijn waarnemen: op een bepaalde leeftijd of in een bepaalde fase in zijn ontwikkeling is hij zover dat hij op een bepaalde manier kijkt (de structuur van zijn waarnemen) en door die manier van kijken ziet het iets (maakt hij zich al kijkend een beeld). 
Parsons vergelijkt het waarnemen van mensen met het kijken door een bril. Mensen in verschillende fasen van ontwikkeling kijken allen door verschillende brillen. Parsons gaat ervan uit dat er vijf verschillende brillen zijn om naar kunst te kijken. Beginnend met bril 1, die je op blijft houden als je door bril 2 kijkt. Zo ook hou je bijvoorbeeld bril 1,2 en 3 op als je door bril 4 kijkt. Een bril die goed past wordt ook nooit meer afgezet. De brillen zijn niet absoluut leeftijdgebonden, al is het wel zo dat bril 1 in elk geval goed past op een kleuterneus, bril 2 op die van een leerling basisschool. 


De brillen (stadia) van Parsons:
Bril (stadium)1: associatie
Iemand die in dit stadium zit, ziet vooral wat een associatie oproept. De uitnodiging: 'vertel maar wat je ziet'
past hier heel goed, maar de antwoorden hebben te maken met wat de waarnemer (meestal het jongere kind) herkent uit zijn dagelijkse omgeving of zich iets herinnert. Wat een beeld voorstelt is niet zo belangrijk, ook al wordt dat vaak wel herkend. De kijker uit zich over associaties met iets wat hij dagelijks meemaakt of met iets wat hij zich bij het kijken naar een beeld opeens herinnert. Daarom is het ook niet erg als een beeld in het geheel geen herkenbare voorstelling heeft. Abstracte kleurcombinaties kunnen ook associaties met gevoelens, ervaringen en herinneringen opwekken.
Het beeld is voor de beschouwer een verzameling losse onderdelen, die soms wordt ervaren als een bron van emoties. Een beeld roept soms iets en soms niets wakker. Dit stadium van kunstkijken wordt gekenmerkt door een sterke voorliefde voor kleur, hoe meer hoe beter.


Bril (stadium) 2: (realistische) voorstelling
Voor wie door de bril van het tweede stadium kijkt, is het uitermate belangrijk dat het beeld iets voorstelt, dat je er iets in ziet. Aanvankelijk (in de eerste fase van dit stadium) wordt een beeld geaccepteerd, als de kenmerkende onderdelen van waar het om gaat maar zichtbaar zijn. Later in het tweede stadium wordt het
belangrijker hoe het voorgestelde is weergegeven. Een beeld is dan beter naarmate het realistischer is. Het beeld wordt gewaardeerd als de afzonderlijke figuren voor de beschouwer herkenbaar zijn.
Non-figuratieve werken stellen (letterlijk) niets voor. Die worden dan ook niet gewaardeerd. Ze zijn niet goed. Volwassenen die in dit stadium zitten, reageren met: "Dat kan mijn kleine broertje ook".
In het eerste stadium is er nauwelijks aandacht voor de mening van een ander. Nu beseft men dat anderen wel een andere mening kunnen hebben. Dat hoeft overigens nog niet veel indruk te maken. Men weet wel dat een ander eigen gevoelens kan hebben, maar men gaat ervan uit dat die toch wel ongeveer algemeen gelijk zijn. Dat iemand een afwijkende mening kan hebben gaat er vaak moeilijk in. "Vind jij dat mooi? Daar snap ik niets van".


Bril (stadium) 3: expressie/gevoel
In dit stadium wordt het beeld vooral beschouwd als drager van iets dat emoties kan opwekken. De beschouwer gaat ervan uit dat de maker in zijn beeld een betekenis heeft gelegd en dat de beschouwer die
betekenis te weten kan komen.
Het wordt als vanzelfsprekend ervaren dat iedereen een eigen ervaring heeft. Het heeft daarom ook geen zin te praten over de kwaliteit van een beeld. Het enige doel van kunst is immers het overdragen van gevoelens. Het beeld is niet kwalitatief beter of minder; de gevoelens die iemand krijgt bij het kijken ernaar zijn verschillend. Dat moet je gewoon accepteren, de kwaliteit van het beeld kun je niet bepalen omdat er geen algemeen geldende normen voor zijn (over smaak valt niet te twisten). Alleen je eigen gevoelens tellen, menen deze brildragers.





Bril (stadium) 4: leerbaar
In dit stadium beseft de beschouwer dat een beeld een sociale functie heeft. Een beeld is niet zo voor ieder
anders dat met de uitspraak 'over smaak valt niet te twisten' elke discussie bij voorbaat onmogelijk gemaakt kan worden. Mensen die beelden maken leven in een bepaalde tijd, in een bepaald land, in een bepaalde culturele omgeving. Traditie, technisch kunnen en functie hebben ook invloed op hoe een beeld eruit ziet. Je kunt met andere beschouwers praten over wat je ziet, over de voorstelling, over beeldaspecten en over het gebruik van materialen. Je kunt meningen en opvattingen funderen en tegen elkaar afwegen. Kunstkritiek kan zinvol blijken als het je leidt naar beter zien en vollediger begrijpen van het beeld. Over smaak moet je niet twisten, maar het blijkt wel zinvol anderen duidelijk te maken waarom een beeld gewaardeerd wordt of van anderen een gefundeerde mening hierover te horen.
Wie in dit stadium verkeert zal zich graag laten leiden door het gezag van de 'kunstkenner'. Hij zal aan kunstkritiek grote waarde hechten.


Bril (stadium) 5: eigen mening
Wie de vijfde bril past en er ook door kan zien, beseft dat hij als individu een waardeoordeel kan vellen
gebaseerd op eigen inzicht en smaak. Dat oordeel kan afwijken van huidige of vroeger algemeen gangbare meningen omdat algemeen gangbare meningen gebonden zijn aan een groep, een cultuur en een tijd. Hij weet ook dat zijn eigen oordeel waarschijnlijk bepaald is door groep, cultuur en tijd.
Hij beseft dat hij voortdurend kritisch naar eigen oordeel moet luisteren. Hij zal zich vooral afvragen hoe het komt dat hij er zo over denkt en niet anders.
Het is niet voldoende een eigen mening te hebben. Die mening zal ook geregeld getoetst moeten worden aan die van anderen. Niet om hem aan te passen maar om, verantwoordelijk voor de eigen opvatting, die opvatting vaker ter discussie te stellen. Daardoor kan de zekerheid over de oprechtheid van een eigen oordeel groeien.



(Uit: Tekenen en didactiek, B. Schasfoort) 


Deze vijf brillen geven als het ware het ontwikkelingsverloop in het kunstbeleven aan. Aan de hand van deze stadia, kun je als leerkracht voor kinderen geschikte kunst selecteren. 

donderdag 2 mei 2013

Surrealisme ... surrealistisch voor jonge kinderen?

Ik kreeg vandaag van een collega een boekje in mijn handen gestopt!
"Kijk eens wat ik in de bib vond?"
Dus met dank aan Juf Annemarie!



De manier van schrijven en de gedachtengang komt helemaal overeen met de stijl van het surrealisme zoals Marianne en Yves het ons vertelden. Het boek kan dus echt een mooie instap vormen voor een leuke muzische activiteit!

"Hemel!" kan je ook op het toneel zien, door Theater Taptoe.